We zijn ermee weg.

We zijn ermee weg.  Zo’n schip en ik sta versteld van het gemak waarmee ze de kade verlaat. Natuurlijk is het vakmanschap van de eerste officier die met twee vingers en één hand drie schroeven bedient. Het zijn deze schroeven die het schip besturen, een roer is er niet meer.

Naar ’t schijnt wordt een schip besturen ook een gewoonte net als autorijden maar voorlopig ben ik vol verwondering. En dan kan ik het niet laten om het dek op te gaan, de brug van Saint-Nazaire ligt al enkele dagen voor m’n neus te blinken. We varen ’t rivier op, aan stuurboordkant (rechts) de dijk waar we twee jaar geleden liepen, voorbij het windmolenpark waar de Acta Auriga en z’n crew de afgelopen maanden werkten, een éénmansvissersbootje die het haventje verlaat.

Ik zet al m’n zintuigen open net zoals ik overigens ook vertel in de podcast van Kwist die je nog altijd gratis kan beluisteren en … ik word letterlijk van m’n sokken geblazen. De scheepshoorn verwittigd het vissersbootje dat het z’n koers niet aanhoudt en zou in aanvaring komen met de Auriga (de schipper die alleen op zo’n bootje zit zat niet in z’n cabine maar was wellicht achterop z’n netten aan het klaarmaken). Ik kon me nog net vasthouden aan de reling of ik was weggeblazen (enige overdrijving is me niet vreemd) maar toch “m’n erte”.

Er vaart ook een loods mee (verplicht) om het schip over het rivier naar open zee te begeleiden, daar gaat hij weer van het schip af. In de verte toont men me de loodsboot die ligt te wachten in het ankergebied (daar liggen de schepen te wachten tot ze toestemming krijgen om de haven binnen te varen). Vanaf de loodsboot zie ik een zodiac vertrekken om de loods op te pikken. Er zijn wel wat manoeuvres nodig van het schip en de zodiac zodat de loods kan overstappen. Vanop het zevende verdiep (de brug) zie ik het allemaal gebeuren, indrukwekkend.